De Nunspeeter Voetbal Vereniging (1910-1923)
Onze voetbalvereniging was niet de eerste voetbalclub in Nunspeet. Er was in 1910 al een voorloper. Wim Koppenol, zoon van de op de Eikenhof aan de Dr. Schutlaan wonende kunstschilder Kees Koppenol, verspreidde een door hemzelf getekende en ingekleurd affiche waarop belangstellenden werden uitgenodigd om te komen tot de oprichting van de “Nunspeeter Voetbal Vereniging”. De officiële oprichting vond op 2 augustus 1910 plaats. Het affiche hangt nog steeds in de bestuurskamer van onze vereniging.
Veel is er niet bekend over deze club. We moeten het hebben van schaarse berichten in de plaatselijke kranten. Wim Koppenol was secretaris. Dat bleef hij niet lang, want in april 1913 vertrok de familie Koppenol weer naar Den Haag. L. Teders werd de nieuwe secretaris. Opvallend was dat deze vereniging op zondag speelde. Dat leidde op 20 maart 1911 tot een brief van de Anti Revolutionaire Kiesvereniging in Nunspeet aan de gemeenteraad waarin gevraagd werd om het voetbalspel en speciaal de voetbalwedstrijden op zondag te verbieden. De brief werd ondersteund door de kerkenraden van de Hervormde en Gereformeerde kerken.
In een voorstel aan de gemeenteraad stelde het college van Burgemeester en Wethouders dat het spelen van voetbal op zondag voor de verantwoordelijkheid moest worden gelaten van hen die dat deden.
“Neen, het besef dat de zondag een rustdag behoort te zijn, na zesdaagsche arbeid, moet uit de bevolking opkomen en het ligt buiten het terrein van werkzaamheid der overheid, voogd te spelen over alle burgers; en dit toch zoude het geval zijn indien zij in dit geval regelend ging optreden, enkel en alleen omdat een gedeelte der ingezetenen voetbalspel op zondag in strijd acht met de bestemming van dien dag”.
Maar los van de zondag zag de gemeente wel een taak op het gebied van de openbare orde: “Namelijk. wanneer de speelwoede zich meester maakt van de jeugdige spelers en deze zich overplant op de enthousiaste toeschouwers. Alsdan ontstaat de mogelijkheid dat de hartstochten in zoodanige mate worden ontketend, dat verstoring der openbare orde mogelijk schijnt en ingrijpen der overheid ter bescherming der burgers, plicht is”.
En zo ontstond in juni 1911 de “Verordening op het voetbalspel binnen de bebouwde kommen der gemeente Ermelo”. Voetballen binnen die bebouwde kom werd verboden. Een hele slimme oplossing, want het terrein waarop de Nunspeeter Voetbal Vereniging speelde lag toen buiten de bebouwde kom.
“Mocht het te eeniger tijd blijken dat ook buiten de bebouwde kommen de beperking van het voetbalspel eisch wordt, dan spreekt het wel van zelf dat wij niet in gebreke zullen blijven U voor te stellen ook het overige gedeelte der gemeente te betrekken binnen het bereik der overheid; maar vooralsnog komt ons eene zoodanige uitbreiding niet gewenscht en allerminst noodzakelijk voor”.
Bladerend in oude kranten komen we aankondigingen van wedstrijden en uitslagen tegen. In oktober 1913 huurde het bestuur een terrein van Jacob Bruijnes aan de Harderwijkerweg, omdat op het terrein van de Veluvine niet meer gespeeld kon worden. De wedstrijd op 30 november 1913 tegen Quick 2 Kampen werd met 0-12 verloren. In de mededelingen in de krant stond geschreven: “H.H. werkende leden worden dringend verzocht, wanneer zij een oproep voor te spelen wedstrijden ontvangen, hieraan gehoor te geven, maar zich dan niet te gaan lenen voor een ander doel. Dat geeft dubbele werkzaamheden voor het bestuur en heeft dan ook veel bijgedragen voor het zware verlies van j.l. zondag”.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden de wedstrijden stilgelegd. Door de mobilisatie konden meerdere spelers niet meer deelnemen aan de wedstrijden.
In 1922 was de vereniging heel actief. In de kranten van dat jaar vinden we meerdere verslagen. Zo sprak de krant van 2 september 1922 over een lauwertak voor de Nunspeters en roemde de een tweetal overwinningen die de geel-blauwen (!) hadden behaald. Op 7 december 1922 besloot de gemeenteraad een terrein tussen de Veldweg en de Spoorlaan te bestemmen tot sportterrein en het gebruik af te staan aan de Gymnastiekvereniging Nunspeet en de Nunspeter Voetbal Vereniging. Het terrein mocht echter niet op zondag worden gebruikt. Waarschijnlijk heeft die bepaling het einde betekend van de eerste voetbalclub in Nunspeet, want kort na dit besluit werd de voetbalvereniging ontbonden.
De Volharding (1924-1945)
Nunspeet bleef niet lang zonder voetbalclub, want op 01 september 1924 werd in de zaal van de Weduwe Krol de voetbalclub “Volharding” opgericht. Voorzitter was H. van ’t Hul, secretaris G. Berghorst en penningmeester K. Schmal.
Over de “Volharding” weten we iets meer, maar ook lang niet alles. Het archief is waarschijnlijk in de oorlogsjaren verloren gegaan. Het Nunspeets Nieuws- en Advertentieblad doet in 1925 verslag van een toernooi dat op Hemelvaartsdag en Tweede Pinksterdag gehouden werd. Ook is bekend dat er gespeeld werd aan de Spoorlaan en dat de leden zelf het terrein in hun vrije tijd speelklaar maakten. Met paard en wagen werd zand aangevoerd om de gaten op het veld te dichten. Veel gras stond er niet op, maar dat vond men niet zo erg. Alleen ’s zomers werd soms in een complete zandverstuiving gespeeld. De pomp, vlak bij het terrein gelegen, was dan na afloop een uitkomst. Via deze “douche” kon men zich weer toonbaar maken.
Van 1930 werd op een terrein aan de Boterdijk gespeeld. Er werden toernooien georganiseerd en de “Volharding” was elders een graag geziene gast.
“Een aardig voorval herinner ik me van een toernooi, dat we in Ermelo speelden. Ons elftal had zich, na twee wedstrijden gewonnen te hebben, voor de finale geplaatst. Tijdens deze spannende wedstrijd moest er een strafschop genomen worden, waardoor de stand gelijk kon komen. G. Berghorst, de toenmalige secretaris plaatste zich achter de bal. Het schot trof doel op tweeërlei wijze…. Wat was namelijk het geval? Er waren destijds niet zoals tegenwoordig netten achter de doelen aangebracht. Een en ander had tot gevolg dat het harde schot van Gerrit Berghorst, na de doelman gepasseerd te zijn, ten tweede male doel trof; op enige afstand achter het net stond namelijk een limonadetentje, waar de bal een ravage aanrichtte… De kosten werden vanzelf sprekend door ons gedekt”, aldus Dirk Boone in het Dagblad Trouw, woensdag 2 juni 1954.
Het elftal ging per fiets naar de uitwedstrijden. Rechtsbuiten Gerrit den Besten blies dan, in de kopgroep rijdend, op zijn piston. Ook al werd de wedstrijd verloren, dan nog blies Gerrit er op de terugweg lustig op los. In mei 1932 trad de “Volharding” toe tot de CNVB. Het elftal deed het prima. Met F. Mulder in het doel, Bosch en J. de Mots achter, Niebeek, J. de Herder en H. Mulder in het midden en B. Dekker, G. Berghorst, J. Westerink, H van ’t Hul en Van de Saag voor kwam men tot prima prestaties. M. Dekker, B. Dekker en Schaap speelden ook regelmatig in dit elftal. Quick Elburg, DOS Kampen, CSV Zwolle, Go Ahead Kampen, Be Quick Zwolle, Olympia Hasselt en Sportclub Genemuiden waren tegenstanders in die tijd. Het bestuur werd gevormd door H. van de Saag (voorzitter), H. van ’t Hul (secretaris) en M. de Groot (penningmeester). Er werd ook een clubblad uitgegeven.
Landskampioen in 1936
Het jaar 1936 zou het belangrijkste jaar worden in de geschiedenis van de “Volharding”. De vereniging werd kampioen van de afdeling. En zo kon men deelnemen aan het kampioenschap van Nederland. Met GSV uit Zeist en Olympia uit Rotterdam moest de “Volharding” gaan uitmaken wie zich kampioen van Nederland mocht noemen.
Er werd in Amsterdam gespeeld op het terrein van SOS aan de Amstelveenseweg, in de buurt van het Olympisch Stadion. De Nunspeetse ploeg bestond uit: M. Dekker (doel), F. Mulder en A.J. Mulder (achter), G. Berghorst, A. van de Berg en H. Mulder (midden) en A. Westerink, H. Niebeek, H. Meijer, H. Dekker en J. Westerink (voor). D. Boone was reserve.
Nunspeet won met 2-0 van GSV; Olympia versloeg GSV met 2-1. In de wedstrijd die daar op volgde wonnen de Rotterdammers weliswaar met 1-0 van de Nunspeters, maar door een beter doelsaldo ging het kampioenschap naar Nunspeet. Een zilveren doel als wisselprijs kon naar huis meegenomen worden en werd in de etalage van Bouwman tentoongesteld.
Door middel van postduiven werd de uitslag naar Nunspeet gebracht en velen waren ’s avond laat bij aankomst van de ploeg en de supporters aanwezig om de “Volharding” te feliciteren.
Lezend in de kranten van najaar 1936 blijkt er nog een Nunspeetse voetbalclub te zijn onder de naam Stormvogels, spelend in dezelfde competitie. Van een treffen tussen beide clubs is niets te vinden. In 1937 behaalde de “Volharding” opnieuw het kampioenschap in de afdeling Oost, maar het landskampioenschap lukte nu niet. Nunspeet werd tweede achter Sparta Enschede. Het zilverden doel kon weer ingeleverd worden.
In de laatste jaren voor de oorlog was Schaap, directeur van de melkfabriek, voorzitter. Sponsoring was – zonder het woord in die tijd te kennen – heel eenvoudig. Voor de jaarvergadering riep Schaap penningmeester Karel Kremer bij zich, vroeg hoeveel er tekort was en zorgde dat het tekort aangezuiverd was.
Toen kwamen de oorlogsjaren. In 1940 was eerst de Opbouwdienst en vervolgens de Arbeidsdienst in Nunspeet gevestigd op het kamp De Wiltsangh en op de Paasheuvel in Vierhouten. De “Volharding” speelde regelmatig wedstrijden tegen hen. De eerste wedstrijd tegen de militairen van de Opbouwdienst op 05 september 1940 verliep niet zo best voor de vereniging. De uitslag was 6-4 voor de Opbouwdienst: “Voor de “Volharding”-spelers was deze nederlaag een goede belooning voor hun onsportieve en af te keuren tactiek. Van geheel het spel was enig goeds te zeggen”.
Hoe het in de verdere oorlogsjaren met de club gegaan is, is onduidelijk. Van het voetbalterrein was tegen het einde van de oorlog niet zo veel meer over. De burgemeester overwoog op 27 maart 1945:
“dat het in de huidige tijd van voedselschaarste gewenscht is dat van gemeentewege de gelegenheid wordt geboden de beschikking te krijgen over een zgn. “volkstuintje”uitsluitend voor de verbouw van aardappelen en groente; dat voor het beoogde doel het gemeentelijk sportterrein, gelegen achter de openbare lagere school te Nunspeet in het centrum van het dorp, in ong. 50 volkstuintjes kan worden verkaveld; dat een huurprijs van f 2,50 voor de jaren 1945 en 1946 per tuintje alleszins redelijk is te achten, te meer daar van gemeentewege niet voor omploegen, omspitten of bemesting kan worden zorggedragen”. Er zo verdween ook het voetbalveld.
Blauw – Geel tussen1945 en 1962
Na de oorlog sloot de voetbalvereniging zich aan bij de KNVB. Dat betekende wel een naamswijziging. Er was al een vereniging met de naam “Volharding” (in Vlaardingen) en dus werd in februari 1947 de naam vv Nunspeet aangenomen. Nunspeet debuteerde uitstekend in de KNVB, want zowel in 1945, 1946 als 1947 was men kandidaat voor het kampioenschap. Wedstrijden tegen WHC uit Wezep werden door een record-aantal bezoekers bijgewoond, zoals de beslissingswedstrijd om het kampioenschap in de Oostelijke 3e klasse in 1950. Er waren toen ruim vijfduizend bezoekers aanwezig. WHC won overigens de wedstrijd.
Een hele bijzondere wedstrijd was de wedstrijd tegen een vertegenwoordigend elftal van de Engelse bezettingstroepen. Drieduizend toeschouwers zagen hoe de Nunspeters de harde Tommies met 2-2 een gelijk spel afdwongen. Het werd aanleiding tot een groot feest, waarbij het bier rijkelijk vloeide.
In 1946 nam de gemeenteraad het besluit om het terrein naast de Openbare School weer te bestemmen tot sportterrein. Het moest worden gespit, geëgaliseerd en ingezaaid, de afrastering moest worden hersteld, beplanting moest worden aangebracht en er moest een gelegenheid voor kaartverkoop gebouwd worden. De kosten werden geraamd op f 1352,-. In het voorstel aan de gemeenteraad schreven Burgemeester en Wethouders over het voetballen:
“een sport, die naar ons inzicht onder de opkomende en rijpere jeugd hier de eerste plaats inneemt en zich manifesteert in de zo populaire club “Volharding” die haar kleuren over de gehele Noord-Veluwe op zo succesvolle wijze verdedigt” De huur van het terrein werd gesteld op f 100,- per jaar. De kosten bleken in november 1946 toch iets hoger uit te komen (f 3750,-).
De gemeente had het niet zelf uitgevoerd, maar door de vereniging laten doen. Met de vermakelijkheidsbelasting was deze kostenverhoging wel te dekken. Immers op het terrein aan de F.A. Molijnlaan had deze belasting in 1946 al f 285,85 opgeleverd. In een wedstrijd tegen PEC-Zwolle kon op 26 mei 1947 het veld aan de Schoolweg weer in gebruik worden genomen.
In 1951 was er een kwestie met de KNVB. Tijdens de wedstrijd Nunspeet – Sparta Enschede op 10 februari was de Nunspeetse aanhang de scheidsrechter te lijf gegaan. De burgemeester schreef een brief over het gebeuren. Of de burgemeester helemaal objectief was?:
“De heer Mateboer leidde in Nijverdal op 27 januari j.l. toen kende hij ten onrechte een doelpunt buitenspel van D.E.S. toe. Mijn zoon Tjalco was toen keeper van Nunspeet en maakte daartegen bezwaar; zonder resultaat”. In datzelfde jaar degradeerde Nunspeet naar de vierde klasse.
In het midden de eerst betaalde trainer de heer van Asten
In de eerste periode na de oorlog was eerst Cor Alblas voorzitter en daarna Henk Bos. Na diens overlijden volgde “meneer” C. Meloen hem op. J. Cupido was de meest bekende secretaris in die tijd.
Het dertigjarig bestaan werd gevierd met een feestavond voor de senioren een een filmavond voor de junioren. Er waren toen 3 senioren en 2 junioren elftallen. Een jaar later waren er twee juniorenelftallen meer. In het seizoen 1955/1956 constateerde het bestuur dat bij de training die ’s winters in het gymnastiek lokaal werd gehouden, de opkomst ver beneden peil was. “Het bestuur heeft, na deze kwestie van alle kanten te hebben bezien, de knoop doorgehakt en een betaalde trainer aangesteld, nl. de Heer van Asten, trainer van P.E.C.”
In de begroting van 1956/1957 werd voor de trainer f 850,- opgenomen. Het had succes, want het eerste elftal promoveerde weer naar de 3e klasse. “Geheel Nunspeet heeft zich van harte over deze promotie verheugd”, schreef de secretaris. Er werd een feestavond gegeven voor alle leden in “de Veluwe” en een intiem dineetje voor het eerste elftal in “Veld- en Boszicht.” Maar er werd wel geklaagd over het veld.
“Ons” sportpark bestaat nog steeds uit zegge en schrijve 1 veld. Vele besprekingen met Burgemeester, Gemeenteraadsleden enz. enz. hebben plaatsgevonden, maar steeds zonder enig resultaat. Het gaat er nu wel op lijken dat het vechten tegen de bierkaai is. Dit vervult ons met wrevel, omdat telkens weer blijkt, dat het bij andere gemeenten wel anders kan. Alle omliggende gemeente hebben 2 of meer voetbalvelden en nieuwe sportparken verrijzen overal om ons heen. Alleen Nunspeet blijft achter. Wij kunnen ons zo langzamerhand niet aan de indruk onttrekken, dat onze vroede vaderen weinig of geen begrip hebben wat sport voor de jeugd betekent. Een voetbalveld, waarop 8 elftallen moeten trainen en spelen en het behoeft geen betoog, dat daardoor dit veld langzamerhand onbespeelbaar moet worden. En dan wordt ons nog verweten, dat wij dit veld niet aan derden willen afstaan. Een weiland aan de Boterdijk (nu Wezenland) bracht uitkomst. De Waschkolk werd ook gebruikt. Op 1 juni 1957 werd Van Lodenstein trainer, maar aangezien deze geen tijd had de wedstrijden bij te wonen, werd hij per 1 juni 1958 vervangen door Wim Gerrits. Met de voetbalvelden ging het de goede kan op. In 1960 begon men met de aanleg van de velden op de Wiltsangh. In het seizoen 1961/1962 was Rolf Gouswaart trainer. Er werd begonnen met de bouw van de kleedkamers en Karel van der Woude was de eerste speler van Nunspeet die overging naar het betaalde voetbal (Zwolse Boys).
Van nieuwe velden tot nieuwe kantine
De nieuwe velden werden in augustus 1962 in gebruik genomen. “Jammer dat het hoofdveld alweer geheel en al moet worden opgeknapt, zodat het tot de volgende competitie niet gebruikt mag worden. Trots zijn wij ook op onze nieuwe kleedkamers, geheel met eigen krachten opgebouwd”.
Achteraf viel het nog mee met het hoofdveld. Er werd in 1964 een lichtinstallatie in gebruik genomen. Trainer Rolf Gouswaart nam per 30 juni 1964 ontslag wegens drukke werkzaamheden. Waanders uit Deventer volgde hem op. In 1964 werd ook het veertigjarig jubileum gevierd. Voorzitter H.G.W. Mulder en penningmeester K. Hille kregen de zilveren speld van de KNVB-afdeling Zwolle. De KNVB bood een bondsvlag aan en de nieuwe kantine werd in gebruik genomen.
In overleg met de politie werd aan een drietal bezoekers dat zich op de velden misdroeg, de toegang tot 1 januari 1966 ontzegd. “Alhoewel ons bestuur een dergelijke maatregel betreurt, zal men beseffen, dat wij met krachtige hand de orde op onze velden moeten handhaven”. In 1965 promoveerde het eerste elftal naar de 2e klasse.
Het 2e elftal werd ook kampioen en won teven de beker van de afdeling Zwolle. In februari 1967 nam Jan Wezenberg de training over van de zieke Waanders. Ook in het bestuur kwamen veranderingen. Secretaris Cupido werd in 1966 vervangen door L.J. Dorper. Penningmeester K. Hille werd in 1968 opgevolgd door Jan Mulder. A.J.T.J. van Leeuwen volgde H.G.W. Mulder op als voorzitter. In 1972 werd Dorper voorzitter en in 1975 Theo van Nieuwenhuize secretaris.
Een hoogtepunt in het seizoen 1968/1969 was de wedstrijd tegen de landskampioen Ajax op 12 augustus 1968. Heel Nunspeet praatte over Ajax. Zes tot zevenduidend mensen waren aanwezig. De kop in de krant was duidelijk: Nunspeet speelt tegen Ajax en Ajax met Nunspeet (9-1). Met Ajax-spelers als Suurbier, Nuninga, Swart en van Duivenbode was het Gerard Beelen die in de 5e minuut na de rust het enige Nunspeetse doelpunt scoorde.
In het seizoen 1969/1970 nam Nunspeet met vier senioren en twintig junioren en pupillenteams deel aan de competitie. Het eerste elftal promoveerde naar de 1e klasse. Er moest gevoetbald worden tegen ACV uit Assen en promotie zou alleen plaatsvinden bij winst of gelijkspel. Dat diverse spelers de spanning niet aankonden was te merken aan het spel. ACV kwam met 2-0 voor. Maar het was Gerard Beelen die met twee treffers een gelijkspel wist te bewerkstelligen. Helaas duurde het succes in de 1e klasse slechts 1 jaar. Per 1 mei 1971 werd Bennie van de Velde, sportinstructeur op de legerplaats Ermelo, trainer. Hij bracht aan het einde van het seizoen 1971/1972 Nunspeet weer terug in de 1e klasse na een zege op HZVV in Hoogeveen op 13 mei 1972. Eerder in dit seizoen had een supporter van VVT in Twijzelerheide Nunspeet gedupeerd door de bal uit het lege doel te halen. De uitslag bleef 1-1.
De overdekte tribune was inmiddels helemaal klaar. Daar was in 1970 al mee begonnen, maar secretaris Dorper klaagde in het jaarverslag 1969/1970 dat de Fa. Kuipers voor wat betreft de oplevering van de staalconstructie de gemaakte afspraken niet nakwam. In het volgende jaarverslag (1970/71) constateerde hij dat de bouw gestaag vorderde, maar dat de medewerking van de leden zeer negatief was en dat het bestuur zich zou beraden of de verdere uitbreiding van de accommodatie in eigen beheer of door een aannemer gedaan moest worden. “Dit laatste heeft natuurlijk wel tot gevolg dat het met het bouwen voorlopig wel gebeurd zal zijn terwijl de kantine nodig groter moet worden”.
Maar met het begin van de competitie 1971/72 kon de tribune in gebruik worden genomen. De officiële opening vond plaats op donderdag 25 mei 1972 door de ere-voorzitter C. Meloen met een wedstrijd tussen Nunspeet en FC Twente en medewerking van de Nunspeetse Harmonie. “Leden en donateurs geen vrije toegang”. Het vijftigjarig jubileum werd in 1974 uitgebreid gevierd. De feestavond werd op de Winkelmankazerne gehouden, evenals de receptie op zaterdag 31 augustus. Promoties en degradaties wisselen zich in deze jaren af. Nunspeet verwierf zich dan ook de bijnaam “Volendam van de Veluwe”. Hoogeveen was korte tijd trainer in 1973/1974. Hij wist niet de juiste toon te treffen en werd ontslagen. Bennie van de Velde keerde weer terug. Nunspeet degradeerde wel. Maar aan het einde van het seizoen 1975/1976 keerde Nunspeet weer terug in de 1e klasse.
In 1978 werd een nieuwe kantine gebouwd. Kosten f 400.000,-. De 85-jarige erevoorzitter C. Meloen legde op vrijdag 13 oktober 1978 de eerste steen. Meloen had in 1972 ook de overdekte tribune geopend. In de diverse persberichten werd hem toen de leeftijd van 97 jaar toegedicht. Op vrijdag 15 december vond de officiële opening plaats. Het jongste lid, de 8-jarige Marcel Docter bood wethouder K.P. Hendriksen een bal aan die deze door een papieren deur schoot. Erelid H.G.W. Mulder was voorzitter van een jury die een naam voor het clubhuis moest kiezen. Het werd ’t Trefpunt. Nunspeet bleef in de 1e klasse, zij het op de 11e plaats.
Het seizoen 1979/1980 begon op 18 augustus 1979 met de finale van het NCRV-Lustrum voetbaltoernooi. De omroepvereniging bestond 55 jaar en vierde dat met een voetbaltoernooi waaraan 28 zaterdagclubs deelnamen. Voor de finale was Nunspeet uitgekozen. De minister van CRM, mevrouw Gardeniers, verrichte de aftrap en RCL (Leiderdorp) won met 2-1 van DOVO (Veenendaal). Voor de derde en vierde plaats won Spakenburg met 4-1 van Spijkenisse. De entree was voor de Stichting Olympische spelen voor gehandicapten en, aangevuld door de NCRV, kon de Gelderse commissaris van de Koningin, Geertsema een cheque van f 10.000,- in ontvangst nemen.
Trainer Wim Klein Klouwenberg begon aan zijn derde seizoen. “Het contact binnen de vereniging verloopt een beetje moeilijk. Er wordt teveel langs elkaar heen geleefd”. Hij zou het seizoen niet afmaken en vanaf maart 1980 was Peter van Knijff trainer. Het was de bedoeling dat hij pas in het nieuwe seizoen zou beginnen. Het degradatiespook doemde weer op, maar in de allerlaatste competitiewedstrijd wist Nunspeet zich met een 4-3 overwinning op DOVO veilig te stellen in de 1e klasse.
In 1979 kwam Nunspeet voor in het VARA-radioprogramma “Tussen start en finish” met als onderwerp de wedstrijd tussen Nunspeet 6 (elftalleider Henk Niebeek) en ESC 7. Een door Elburg gescoord doelpunt kwam tot stand omdat de Nunspeetse doelman Willem van Munster nog op de wc zat. In het seizoen 1980/81 kreeg het eerste elftal nieuwe shirts van Karssen en trainingspakken van Nestle. Voor de prestaties mocht het niet baten. Spakenburg liet Nunspeet in mei 1981 met 6-2 degraderen. Het eerste seizoen in de 2e klasse verliep niet zo best. Krantenkoppen als: Nunspeet bakt er niet van. Nunspeet Knudde… Nunspeet ontgoocheld! Abominabel voetbal van Nunspeet. Nunspeet wist het vege lijf op het laatste moment te redden.
Wim Bleijenberg volgde in 1981 Peter van Knijff op. De blauw-gelen promoveerden weer naar de 1e klasse. Een nieuwe kleedaccomodatie werd op 24 juni 1983 officieel door burgemeester H.J. Smith in gebruik genomen. het 60-jarig jubileum in 1984 leverde een nieuwe lichtinstallatie op en een koninklijke onderscheiding voor Harm Schurink.
Op 19 april 1986 overleed op weg van het sportpark naar huis voorzitter Ludwig Johan Dorper aan een hartaanval. Hij was veertien jaar voorzitter geweest. tijdens de ledenvergadering van september 1986 werd Rolf Gouswaart tot voorzitter gekozen. Na vier jaar werd hij opgevolgd door Simon Miedema, die op zijn beurt in 1994 de voorzittershamer overdroeg aan Peter Keur.
Vanaf 1988 kwam een nieuwe taak naar de vereniging. Het grootste deel van het beheer van de voetbalvelden werd door de gemeente in het kader van de privatisering overgedragen aan de vereniging. Dat betekende een forse uitbreiding van de zelfwerkzaamheid van de leden. Bladruimen, onderhoud doelen, ballenvangers en afrasteringen, schoonhouden terrein en nog meer zaken werden verantwoordelijkheid van de vereniging. Uit een in 1993 gehouden controle door de gemeente bleek dat in vergelijking met andere sportverenigingen de voetbalvereniging het best scoorde. In deze periode was er ook even de dreiging van de oprichting van een tweede voetbalvereniging. De discussie ging over de opleiding van de jeugd. Maar er werd van de oprichting afgezien, ook al omdat de gemeente geen steun wilde verlenen. Was sinds 1986 de Bondsspaarbank de hoofdsponsor van het eerste elftal, in 1992 nam B&C raamdecoraties deze rol over. In datzelfde jaar werd op 10 oktober het gerenoveerde hoofdveld met een competitiewedstrijd tegen VSCO weer in gebruik genomen. In vijf maanden was het veld opgeknapt en voorzien van een automatische sproei-installatie. Op de velden 2 en 3 was die al eerder aangebracht. In de competitie 1995/96 lachte het succes Nunspeet weer toe. Bert Ebbens werd de nieuwe trainer en na de wedstrijd tegen Victoria ’83 met 3-1 gewonnen te hebben promoveerde Nunspeet naar de 2e klasse, die door een herindeling bij de KNVB voortaan de 1e klasse zou zijn. Het hoogste niveau heette nu hoofdklasse.
Het seizoen 1996/97 bracht de eerste presentatiegids, maar ook de supportersrel in de kantine na de wedstrijd Nunspeet-WHC (26 april 1997). De doorstart naar de hoofdklasse lukte niet. In Bennekom won Spijkenisse met 2-0. Een jaar later keerde Nunspeet na de degradatie in 1988 weer terug op het hoogste niveau. Op 30 mei 1998 werd op het terrein van DVS ’33 in Ermelo met 4-1 gewonnen van VRC uit Veenendaal. Helaas zou het slechts voor een seizoen zijn. Nunspeet speelt tijdens de eeuwwisseling in de 1e klasse. In de winterstop 1998/99 werd ’t Trefpunt, de kantine van de vereniging, geheel vernieuwd. De twintig jaar oude inrichting werd totaal veranderd. En een tassenhok moest een oplossing bieden voor de steeds rondslingerende sporttassen. Ruim veertig vrijwilligers waren met deze klus bezig geweest. Terecht werden zij op vrijdag 8 januari 1999 in het zonnetje gezet.
In het seizoen 1999/2000 eindigde Nunspeet op de 3e plaats in de competitie. Omdat Excelsior ’31 kampioen werd nam Nunspeet de periodetitel van hen over. In de nacompetitie moest Nunspeet het opnemen tegen VRC uit Veenendaal en ESC uit Elburg. Na twee wedstrijden hadden zowel Nunspeet als ESC drie punten. De laatste wedstrijd, die tussen Nunspeet en ESC, moest de beslissing brengen. Na een spannende wedstrijd trok Nunspeet aan het langste eind en versloeg ESC met 2-0. Op 27 mei werd de promotiewedstrijd gespeeld tegen Oost-Kapelle op het terrein van ASWH in Hendrik-Ido-Ambacht, voor een plaats in de Hoofdklasse. Door een 2-0 verlies bleef Nunspeet in het seizoen 2000-2001 in de 1e klasse. Aan het einde van het seizoen vertrok trainer Bert Ebbens naar hoofdklasser Be Quick ’28 uit Zwolle. Hij werd opgevolgd door Jan van den Berg. Van den Berg, afkomstig van IJsselmeervogels 2, tekende een contract voor twee jaar.
Op 04 december 2000 vertrok Jan van den Berg echter alweer, om hoofdtrainer te worden van de hoofdklasser IJsselmeervogels, welke op dat moment de laatste plaats bezette in de hoofdklasse C. Ondanks het nog lopende contract bereikten de besturen van beide vereniging overeenstemming over de overgang. Technisch manager Dick Schurink nam, in afwachting van een nieuwe trainer, het eerste elftal onder zijn hoede. Om geen overhaaste beslissingen te nemen werd voor de 2e helft van de competitie Evert Fiechter (m.i.v. seizoen 2001-2002 de nieuwe hoofdtrainer van Go Ahead Kampen) aangesteld als interim-trainer voor de rest van het seizoen.
In december 2000 kon echter de nieuwe trainer voor het seizoen 2001-2002 al gepresenteerd worden. Remco Boere, oud-profspeler van onder meer FC Den Haag, Vitesse, FC Zwolle en AA Gent, tekende een contract voor één jaar met een optie op nog één jaar.
Onder interim trainer Evert Fiechter werd het kampioenschap 2000-2001 binnen gehaald. Promotie naar de hoofdklasse was een feit. Het slot van de competitie was bijzonder spannend. Met nog één ronde te spelen stond Nunspeet op de 1e plaats met slechts twee punten voorsprong op de nummer 2 CSV Apeldoorn. Door winst in Kampen tegen Dos Kampen (0-1) was het kampioenschap een feit. Daar CSV Apeldoorn de laatste wedstrijd tegen de Elburger SC verloor, werd Nunspeet 1e met vijf punten voorsprong.
Ook Nunspeet 2 wist het kampioenschap binnen te halen. Hierdoor promoveerde zij naar de reserve 1e klasse.
Na in het seizoen 2000-2001 kampioen te zijn geworden in de 1e klasse D, kwam Nunspeet 1 in het seizoen 2001-2002 uit in de Hoofdklasse C. Onder leiding van de nieuwe hoofdtrainer Remco Boere, eindigde Nunspeet 1, met 34 punten uit 26 wedstrijden, op de negende plaats en kwam ook in het seizoen 2002-2003 weer uit in de Hoofdklasse. Na in het seizoen 2001-2002 kampioen te zijn geworden van de reserve 2e klasse B, kwam Nunspeet 2 in seizoen 2001-2002 uit in de reserve 1e klasse. Evenals in het seizoen 2000-2001 wist Nunspeet 2 in het seizoen 2001-2002 het kampioenschap binnen te halen. Hierdoor kwam men in het seizoen 2002-2003 uit in de reserve hoofdklasse. Ook Nunspeet 7 wist, net als in seizoen 2000-2001 , het kampioenschap binnen te halen.
In het seizoen 2002-2003 kwam Nunspeet 1 weer uit in de Hoofdklasse C. Onder leiding van Remco Boere (zijn laatste seizoen) eindigde het eerste elftal op de 9e plaats met 30 punten uit 26 wedstrijden. Topscoorder werd “mister Nunspeet” Jan den Herder met 6 doelpunten. Aan het eind van het seizoen vertrokken maar liefst 11 spelers. Hierdoor moest de nieuwe hoofdtrainer, Marius Hendriks, met een “nieuwe” jonge ploeg proberen een goede plek te verwerven in de Hoofdklasse C
Nunspeet 2 speelde in het seizoen 2002-2003 voor het eerst in de reserve hoofdklasse. Onder leiding van Frits Diepenbroek wisten de spelers van het tweede elftal een prima prestatie neer te zetten door in de reserve Hoofdklasse te blijven.
De jeugd
Hoe men in de eerste jaren na de oprichting van de vereniging met de jeugd omging is niet meer te achterhalen. Na de oorlog was er een juniorenteam. Langzamerhand groeide dat uit. Het seizoen 1954/1955 kende 3 senioren- en 2 juniorenteams; in het seizoen 1963/1964 bleven er 3 seniorenteams en was het aantal junioren uitgebreid tot 6 elftallen. Daarna breidde het aantal jeugdteams snel uit, want vanaf het seizoen 1968/1969 kwam de leeftijdsgroep 8 t/m 12 jaar er bij. Als voorbeeld het seizoen 1971/1972: 23 jeugdelftallen, verdeeld over 1 selectie elftal, 4 A, 5 B en 5 C-junioren, 6 A en 2 B-pupillen. In 1983/1984 werd voor het eerst met F pupillen in competitieverband gespeeld. Het seizoen 1998/1999 kende 3 A, 3 B, 3 C, 4 D, 8 E en 6 F- teams. Dit seizoen zijn dat 2 A, 3 B, 4 C, 5 D, 10 E en 10 F-teams.
Dat Nunspeet oog had voor de jeugd, bleek al kort na de oorlog. Door Harm Schurink en meester R. Teunissen van de Hervormde School aan de Stationslaan werd een voetbalkamp voor de jeugd georganiseerd. Het kamp duurde een week. Vier ploegen namen deel: Be Quick-Zwolle, DES-Nijverdal, Sparta-Enschede en Nunspeet. De tenten stonden op het schoolplein. Gespeeld werd aan de Schoolweg. In latere jaren stonden de tenten bij het Openluchttheater aan de Elspeterweg. Na drie jaar nam de KNVB de organisatie over en na wat problemen over luidruchtigheid en onenigheid met de KNVB verdwenen de kampen uit Nunspeet. De traditie werd in mei 1997 hervat met een driedaags voetbalkamp op de Wiltsangh waaraan eredivisiespelers hun medewerking verleenden.
Bladerend in de jaarverslagen van de secretaris blijkt steeds weer een tekort aan jeugdleiders. Verslag 1965/1966:“Nu zovele jonge knapen zich aanmelden als lid, wordt de behoefte aan jeugdleiders steeds groter. Het bestuur doet een dringend beroep op alle oud spelers zich te melden als jeugdleider. Helpt ons de jeugd die sport te laten beoefenen, die u in uw jonge jaren zo graag zelf beoefende”. In het jaarverslag 1987/1988 herhaalde secretaris H. Drost de stelling dat te weinig oud spelers zich beschikbaar stelden voor de jeugd. Al eerder, in augustus 1980, moest zelfs een ledenstop worden ingesteld voor junioren en pupillen. Er waren toen 32 teams (3A, 6B, 9C, 7D en 7E).
De redenen voor de ledenstop waren een tekort aan leiders en een gebrekkige kleedgelegenheid. Henk Hup noemde in de Presentatiegids 1997/1998 het tekort aan jeugdleiders een jaarlijks terugkerend ritueel, maar elk jaar slaagde men er toch weer in voldoende leiders te vinden.
Het grootste aantal leden van de vereniging behoort tot de jeugd. De organisatie voor die jeugd werd in het begin gedaan door een aantal jeugdleiders. Later werd dat een jeugdcommissie. Harm Schurink speelde daarin steeds een belangrijke rol. Het jeugdbestuur werd in oktober 1968 opgericht. Eigenlijk ontstaan door een ruzie met het bestuur. Dat trok zonder overleg spelers weg uit de A-junioren voor het 1e elftal. De eerste voorzitter werd Harm Schurink, in 1970 opgevolgd door Foort de Rijder en in 1972 werd Lo Blei de derde jeugdvoorzitter. Hij kwam op 21 januari 1982 bij een auto ongeluk om het leven. Ter nagedachtenis aan hem werd op 27 augustus 1983 het eerste “Lo Blei toernooi”gehouden voor A, B en C-elftallen. Mevrouw Blei reikte de “Lo Blei” wisselbeker uit. Frans Zondag was geruime tijd secretaris van het jeugdbestuur en volgde Blei op als voorzitter tot september 1984. Jan Smit, Simon Miedema, Henk Hup en Jaap Frens leidden in de daaropvolgende jaren de jeugd. Prestaties van de jeugd waren heel wisselend. Zo speelde A 1 tien jaar in de geselecteerde jeugd, maar degradeerde in het seizoen 1974/1975 naar de hoofdklasse. Uit het jaarverslag van de jeugdafdeling 1983/1984: “Drie elftallen werden kampioen, waaronder C1, dat hierdoor dus opnieuw in de hoofdklasse gaat uitkomen. Het B1 elftal, ook uitkomend in de hoofdklasse, moest in de beslissingswedstrijd het kampioenschap aan Dos Kampen laten. A 1 heeft lang meegedaan in de race om de titel, maar moest in de slotfase van de competitie toch afhaken. Bij de pupillen wisten D1 en E3 beiden op een gedeelde eerste plaats beslag te leggen”.
Soms zat er onder de jeugd een echt talent. Alpha Turay, een 15-jarige asielzoeker uit Sierra Leone die zonder familie in Nederland arriveerde en op Valentijn verbleef, maakte bij de B-junioren in zes wedstrijden 23 doelpunten. In november 1995 oefende een elftal van Jeugdplan Nederland (jongens tot 16 jaar) op de Wiltsangh tegen B1 van Nunspeet en verloor met 3-5, dankzij 5 doelpunten van Alpha Turay. Op de tribune zaten heel wat scouts uit het betaalde voetbal. Een maand later vertrok hij naar een gastgezin in Amstelveen en ging zich bij de Ajax-jeugd verder bekwamen in de voetbalsport en speelde later bij Excelsior.
In het seizoen 1999-2000 werd Nunspeet B1 kampioen en promoveerde naar de landelijke 3e divisie. Aan het einde van het seizoen verliet de keeper van kampioensteam Nunspeet B1, John van Gortel, de vv Nunspeet om het doel te gaan verdedigen bij de jeugd van sc Heerenveen.
In het seizoen 2000-2001 startte de vereniging voor het eerst met een interne 4:4 competitie voor de F-pupillen. In de eerste helft van het seizoen speelden 3 F-teams in de reguliere KNVB competitie. De overige F-spelers werden verdeeld over 8 teams en speelden in de Intersport Meijers Champions Leaque.
In de 2e helft van de competitie (voorjaarscompetitie) speelden zij als F4, F5, F6 en F7 in de reguliere KNVB competitie. Alle vier de teams wisten kampioen te worden.
Nunspeet B1, spelend in de landelijke 3e divisie, werd opnieuw kampioen. Ditmaal zelfs ongeslagen. Hierdoor promoveerden zij naar de landelijke 2e divisie.
Aan het einde van dit seizoen verlieten een aantal jeugdspelers de vv Nunspeet. Gieljan Tissingh, speler van Nunspeet D-1, en Michel Hup, speler van Nunspeet B-1, vertrokken naar FC Zwolle. Berry Middelkoop, speler van Nunspeet B1, vertrok naar de Go Ahead Eagles.
In het seizoen 2001-2002 wist Nunspeet A-1 in de laatste competitiewedstrijd tegen SDC Putten het kampioenschap binnen te halen. Hierdoor kwam men in het seizoen 2002-2003 uit in de 3e Divisie.
Nunspeet B-1, dat het seizoen daarvoor ongeslagen kampioen werd in de 3e Divisie G, kwam het volgende seizoen uit in de 2e Divisie D. In deze 2e Divisie was men op een 5e plaats geëindigd, zodat men ook in het seizoen 2002-2003 weer in deze divisie uit kwam. Van de overige B-teams wist Nunspeet B-3 ongeslagen het kampioenschap binnen te halen.
Nunspeet C-1 wist zich in het seizoen 2000-2001 te handhaven in de 1e divisie E maar kwam in het seizoen 2001-2002, door de nieuwe indeling bij de C-junioren, uit in de landelijke 2e Divisie B. In deze divisie eindigde C-1 op de laatste plaats, waardoor men in het seizoen 2002-2003 uit kwam in de 3e Divisie. In het seizoen 2000-2001 eindigde Nunspeet D1 op de 5e plaats in de Hoofdklasse en speelde in het seizoen 2001-2002 wederom in de Hoofdklasse. Hier eindigde men op de één na laatste plaats, waardoor degradatie een feit was. In het seizoen 2002-2003 kwam men uit in de 1e klasse. Nunspeet E-1 kwam, door een nieuwe opzet, uit in de Hoofdklasse. In deze Hoofdklasse eindigden zij op een 2e plaats, waardoor men in het seizoen 2002-2003 wederom uit kwam in de Hoofdklasse. Van de overige E-teams werd E-2 zowel in de najaars- als de voorjaarscompetitie kampioen. Bij de F-pupillen wist Nunspeet F-1 het kampioenschap in zowel de najaars- als de voorjaarscompetitie te behalen.
Even als het voorgaande seizoen was er in het seizoen 2001-2002 weer veel belangstelling van diverse betaald voetbal organisaties voor jeugdspelers van de vv Nunspeet. Ronald Hoek van Nunspeet B1 vertrok aan het einde van het seizoen naar FC Groningen. Mitchel Spin, speler van Nunspeet D1, kon naar de Go Ahead Eagles maar besloot om bij Nunspeet te blijven. Een aantal E-spelers speelden oefenwedstrijden bij o.a. AJAX, Vitesse en FC Zwolle, maar bleven minimaal nog een jaar bij Nunspeet.
In het seizoen 2002-2003 kwamen van de juniorenselectie zowel A-1, B1 als C-1 uit op divisie niveau. Nunspeet A-1 kwam uit in de 3e divisie. Ondanks het feit dat de trainer (Marcel Dekker) het seizoen niet afmaakte bij de vv Nunspeet, wist het team onder leiding van Andries Pluim zich te handhaven in de 3e divisie.
Hetzelfde ging op voor Nunspeet B-1. Zij kwamen uit in de 2e divisie. Ook de trainer van B-1 (Martin Mensink) maakte het seizoen niet af. Ondanks deze tegenslag wisten de spelers van B-1 zich in de 2e divisie te handhaven.
Nunspeet C-1 kwam uit in de 3e divisie. Lange tijd zag het er naar uit dat zij rechtstreeks zouden degraderen. Tegen het einde van de competitie kregen spelers en leiders de geest te pakken en werden de punten binnengehaald. Zelfs in de laatste wedstrijd van de competitie werd in Dronten tegen mede degradatie kandidaat ASVD gewonnen dankzij een doelpunt van Paul van Renselaar. Door dit resultaat eindigden 4 ploegen met een gelijk aantal punten, waardoor er nacompetitie gespeeld moest worden. Helaas lukte het in de nacompetitie niet om in de 3e divisie te blijven, waardoor C-1 komend seizoen uit komt in de Hoofdklasse.
Van de overige junioren teams wist Nunspeet B-2 een geweldige prestatie te leveren, door ongeslagen kampioen te worden.
Bij de pupillen selecties kwam Nunspeet D-1 uit in de 1e klasse A. Zij eindigden op een 5e plaats, waardoor men ook in het seizoen 2003-2004 weer uit kwam in deze klasse.
Nunspeet E-1 leverde een prima prestatie door kampioen te worden in de Hoofdklasse. Bij het algeheel kampioenschap hoofdklasse District Oost kwam men net een stapje te kort en eindigde daar op de 2e plaats. Ook in het bekertoernooi leverde de spelers en begeleiding een prima resultaat af. In de finale van district Oost wist men niet van AGOVV E1 te winnen, waardoor ook in het bekertoernooi een 2e plaats behaald werd.
Van de overige pupillen teams wisten D-3 (najaarscompetitie), D-5 (voorjaarscompetitie), E-2 (najaarscompetitie), E-3 (voorjaarscompetitie), F-5 (voorjaarscompetitie) en F-6 (voorjaarscompetitie) het kampioenschap binnen te halen.
Ook in het seizoen 2002-2003 weer veel belangstelling van betaald voetbalorganisaties voor jeugdspelers van de vv Nunspeet. Zo werd er door een groot aantal jeugdspelers “stage” gelopen bij Vitesse, sc Heerenveen en FC Zwolle. Eén en ander heeft geresulteerd in het feit dat aan het einde van het seizoen 2002-2003 een drietal pupillen de vv Nunspeet verlieten. Lars ten Dolle (D-1) en Jesper Drost (E-1) kwamen in het seizoen 2003-2004 uit voor FC Zwolle. Rob Ittman (E-1) ging als keeper het doel van Vitesse D-1 verdedigen.